Ontslag om dringende reden
Bekend is dat alle rechtsmiddelen zijn toegelaten om het bewijs van een ontslag om dringende reden te leveren. Niettemin zijn bepaalde bewijzen doeltreffender dan andere. In dit artikel gaan we dieper in op de inschakeling van een privé-detective. Het verslag van een detective is een geoorloofd bewijs op voorwaarde dat het aan een aantal voorwaarden voldoet en dat de regels met betrekking tot de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in acht zijn genomen.
Sinds de inwerkingtreding van de wet van 19 juli 1991 tot regeling van het beroep van privé-detective is het zo dat onze hoven en rechtbanken de inschakeling van een privé-detective niet uitsluiten en het verslag van een privé-detective zelfs als geoorloofd bewijs beschouwen als het is opgesteld conform de voorwaarden die in bovenvermelde wet zijn opgenomen.
Toch is het voor de doctrine en de rechtsleer niet meer dan een begin van bewijs of een feitelijk vermoeden. Dat betekent concreet dat het verslag van een privé-detective op zich geen onweerlegbaar bewijs is. De bewijskracht ervan is beperkt omdat, onder andere, de privé-detective is ingeschakeld en wordt betaald door de werkgever en dus aan geen enkele gerechtelijke controle is onderworpen.
Voorts hangt de objectiviteit van het verslag, en dus de bewijskracht ervan, niet alleen af van de feiten die de werkgever wenst te bewijzen maar ook van de elementen die in het verslag zijn vermeld. Bovendien zal de rechter de betrouwbaarheid van elk bewijs nauwkeurig onderzoeken en controleren welke onderzoeksmethode de privé-detective in het raam van zijn opdracht heeft gebruikt om zijn verslag op te stellen (mensen observeren, schaduwen, fotograferen, ondervragen, …).
De rechter beschikt dus over een ruime beoordelingsbevoegdheid met betrekking tot de bewijskracht van het verslag. In elk geval zal het verslag van de privé-detective moeten zijn aangevuld met andere bewijsmiddelen en kan het, in bepaalde gevallen bijvoorbeeld, vergezeld gaan van een proces-verbaal dat is opgesteld door een gerechtsdeurwaarder.
Voorwaarden wet van 19 juli 1991
Om geldig te zijn moet het verslag van een privé-detective voldoen aan bepaalde voorwaarden.
1. Openbare plaats
De vaststellingen die in het verslag zijn opgenomen, moeten zijn gedaan van op een plaats die voor het publiek toegankelijk is. Belangrijk daarbij is niet de plaats waar de detective zich bevindt op het ogenblik van de vaststellingen maar wel de plaats waar zich de personen bevinden die in de vaststellingen aan bod komen. Dat betekent evenwel niet dat elke controle die op een openbare plaats is uitgevoerd, zal worden toegelaten.
2. Geen “gevoelige” informatie
Bovendien mogen privé-detectives geen informatie inwinnen met betrekking tot de politieke, religieuze, filosofische of vakbondsovertuigingen van mensen. Ook is het hen verboden informatie in te winnen betreffende de seksuele geaardheid, de sociale of etnische afkomst of de gezondheidstoestand van personen.
Hoewel de wet het begrip “persoonsgegevens die de gezondheid betreffen” nergens definieert, moet het ruim worden geïnterpreteerd: elke informatie met betrekking tot de vroegere, huidige of toekomstige fysieke of psychische gezondheidstoestand van de betrokkene is verboden. De privé-detective mag dus niet nagaan of iemand verslaafd is aan drugs, een psychiatrische behandeling volgt of nog een alcoholist is. Alcoholisme wordt immers beschouwd als een ziekte en een verwijzing daarnaar zou een inbreuk op dat verbod zijn.
3. Schriftelijke overeenkomst
Tot slot moeten de werkgever en de privé-detective, vóór de opdracht, een schriftelijke overeenkomst hebben ondertekend. Dat document bevat een gedetailleerde beschrijving van de opdracht en geeft een aanwijzing over de duur ervan. Ook het vergunningsnummer van de privé-detective moet erin vermeld zijn (privé-detectives moeten immers erkend zijn door de FOD Binnenlandse Zaken en over een identificatiekaart beschikken).
Als die voorwaarden niet zijn vervuld, bestaat het risico dat het verslag en de verkregen bewijzen als onwettig worden beschouwd en door de rechter uit de debatten worden verwijderd. Dat alles onder voorbehoud - dat spreekt voor zich - van de Antigoon-rechtspraak, volgens welke de rechter kan beslissen, zelfs in het geval van illegaal verkregen bewijs, het bewijsmateriaal toch toe te laten op voorwaarde dat de onregelmatigheid het recht op een eerlijk proces niet in het gedrang brengt, de betrouwbaarheid van het bewijs niet aantast en geen vormvereiste miskent die op straffe van nietigheid is voorgeschreven.
Bescherming van persoonlijke levenssfeer
Los van de voorwaarden die zijn opgenomen in de wet van 19 juli 1991 wordt de inschakeling van een privé-detective vaak in verband gebracht met het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer.
Artikel 8 van het Europees verdrag voor de rechten van de mensen luidt als volgt: “Eenieder heeft recht op respect voor zijn privé-leven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie. Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit recht dan voor zover bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.” Die bepaling geldt ook ten aanzien van privé-personen.
Bijgevolg is een inmenging in het privé-leven alleen toegelaten als het legaliteitsbeginsel, het finaliteitsbeginsel en het proportionaliteitsbeginsel in acht zijn genomen.
Bij een geschil is het de rechter die moet bepalen of die beginselen niet met voeten zijn getreden. Ook moet hij nagaan of het doel van de werkgever (vb. bescherming van zijn economische belangen of de economische belangen van het bedrijf) legitiem is ten opzichte van het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de werknemer.
Daarnaast moet hij onderzoeken of de aangewende middelen om dat doel te bereiken, in ons geval de inschakeling van een privé-detective, in verhouding staan tot het nagestreefde doel. Daartoe controleert hij of er een evenwicht is tussen enerzijds het recht op bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de werknemer en anderzijds de belangen van de werkgever.
Besluit
De inschakeling van een privé-detective kan nuttig zijn met betrekking tot de feiten die aan de basis liggen van een dringende reden maar is op zich niet voldoende gelet op de beperkte bewijskracht ervan en het feit dat de hoven en rechtbanken zullen nagaan of er geen inmenging is in de persoonlijke levenssfeer van de werknemers op basis van het legaliteitsbeginsel, het finaliteitsbeginsel en het proportionaliteitsbeginsel. Voorzichtigheid is in elk geval geboden en hou rekening met die elementen vóór je een privé-detective in de arm neemt. (A.K.)
Bron: DVO
(Bovenstaande bijdrage kwam tot stand in samenwerking met het sociaal secretariaat HDP-Partena).
- See more at: http://www.dvo.be/artikel/41002-kan-een-prive-detective-voor-bewijsvoering/#sthash.6hYqrB9R.dpuf